De honger was spiritueel
Ik was zeventien jaar toen ik een bloedsuikertest moest ondergaan omdat de dokter de oorzaak van mijn gewichtsverlies niet kon vinden. Ik was naar hem toe gegaan omdat ik niet meer menstrueerde. Dat ik bewust aan het afvallen was, vertelde ik hem maar niet, dan zou ik er waarschijnlijk mee op moeten houden en dat wilde ik niet.
Waar ik het idee vandaan had gehaald dat een paar kilo afvallen het antwoord zou zijn op al mijn problemen, dat weet ik niet. Maar het leek toen logisch. Wellicht kwam het omdat mijn leven zo ontzettend stuurloos aanvoelde, ik wist totaal niet wat ik ermee aan moest en afvallen gaf me een gevoel van controle, van tenminste ergens macht over hebben. Ik kon iets en was iets. Er was echter één probleem: ik kon niet meer stoppen, het was nooit genoeg.
Een jaar later woog ik nog maar veertig kilo en zag ik het leven totaal niet meer zitten. De oplossing had zich tegen me gekeerd en was het probleem geworden. Hoe had het zover kunnen komen? Ik had er altijd goed uitgezien, kon goed leren en mijn moeder zei altijd dat het leven me toelachte. Mij zou het allemaal wel lukken. Van binnen heb ik echter nooit dat gevoel gehad.
Op mijn twaalfde ontwikkelde ik een fobie voor braken, die me wellicht het leven heeft gered. Toen ik ging overeten, lukte het me namelijk niet te braken. Deze fobie ontwrichtte mijn sociale leven totaal, ik durfde nergens meer heen. Rond mijn zestiende werd ik depressief en begon me meer en meer terug te trekken. Vreemd genoeg verdwenen deze dingen toen ik anorexia kreeg, ik kon op een bepaalde manier beter functioneren. Maar dat was allemaal tijdelijk.
Bij toeval ontdekte ik zelf dat ik anorexia had door een artikeltje in een weekblad. Dit was in 1978 en er was nog maar weinig over bekend. Ik ging er mee naar de huisarts maar die wist geen oplossing. Uiteindelijk vond ik een specialist, maar zelfs een gedwongen opname heeft niet geholpen. Ik was weer een illusie armer, ook therapie had niet geholpen. Deze hel heeft zeven lange jaren geduurd. Pas toen ik inzag dat de volgende hongerwinter wel eens de laatste kon zijn en dat ik zeven jaar emotioneel stil had gestaan, begon ik om te draaien.
De angst voor eten en aankomen was zo groot dat ik het niet aankon zonder medicijnen. Maar eenmaal aan het eten merkte ik dat ik eten heerlijk vond. Dat was waar ik altijd al bang voor was geweest. Eenmaal op mijn streefgewicht kon ik niet stoppen en kwam ik meer aan dan ik wilde. Daar kwam nog bij dat toen ik van de medicijnen af was de werkelijkheid wel heel hard aankwam. Het geluk waar ik zo op gehoopt had bleef uit en ik was ontzettend in de war. Ik probeerde wat af te vallen, maar merkte tot mijn grote schrik dat ik alle controle kwijt was. Daarvóór was ik in staat geweest om mijn gewicht tot op de honderd gram te controleren, nu was alle discipline opeens weg.
De paniek sloeg toe en ik begon dingen te doen die ik nog nooit had gedaan, namelijk maaltijden overslaan en laxeermiddelen slikken. Toen kwamen ook de eerste vreetbuien en hoe meer ik vastte hoe groter ze werden. Ik besefte ergens wel het verband tussen deze twee maar de angst om dik te worden was zo groot dat ik niet los durfde te laten. Deze hel heeft nog eens vier jaar geduurd en op het laatst kon ik niet veel meer dan ziek op de bank hangen,
Ziek van het vreten of ziek van het vasten en laxeren. Werken ging allang niet meer en een sociaal leven had ik nauwelijks. Het was een hel zoals waarschijnlijk alleen verslaafden kennen en ik verbaas me nog vaak dat ik het overleefd heb. Geestelijk en lichamelijk was ik een wrak.
Ik had veel therapieën geprobeerd, maar niets had geholpen. Hoe groot de onwetendheid over deze verslaving binnen de hulpverlening toen was, bleek wel toen ik mijn therapeut vertelde dat ik wilde stoppen met de therapie en naar de OA wilde gaan. Hij zei dat ik wegliep voor mijn problemen. Dat het zo slecht ging met me had hij niet gemerkt, ik mocht niet over het eten praten, dat was namelijk het probleem niet. Zelf wist ik echter wel beter en toen ik eenmaal de OA gevonden had ben ik niet meer weggegaan. Dat had voor mij de dood betekend.
Op mijn eerste bijeenkomst in augustus 1986 hingen de twaalf stappen in het groot aan de wand en hoe ouderwets ik ze ook vond klinken, toch was er iets wat me meteen aantrok. Ik had het gevoel eindelijk thuisgekomen te zijn. Het spirituele sprak me enorm aan. Dat was maar goed ook want er was die eerste bijeenkomst niemand die onthouding had en de verwarring was groot. OA was nog jong in Nederland en ideeën zoals grey sheet – een waanzinnig streng voedselplan – kwamen regelmatig overwaaien uit Amerika. Ik bleef echter terugkomen want waar moest ik verder nog heen? Niets had ooit geholpen tegen deze sterke obsessie; geen werk, relatie of therapie was er tegen opgewassen geweest.
Niet lang na mijn eerste bijeenkomst leerde ik mijn sponsor kennen, één van de twee vrouwen die toen onthouding hadden door middel van loslaten. Ze was vrij van de obsessie met voedsel en kon alles eten wat ze wilde zonder te gaan vreten. Het leek te mooi om waar te zijn. Was deze vrouw net zo gek met eten geweest als ik? Ik kon het me nauwelijks voorstellen. Wat moest ik doen om deze onthouding ook te krijgen? Toegeven dat ik werkelijk machteloos was over mijn trek in eten? Wat betekende dat eigenlijk? Het heeft ruim een jaar geduurd voor ik dat door had. In dit jaar probeerde ik zelf steeds een voedselplan vol te houden, wat natuurlijk als een dieet voelde. En als de bom dan weer was gebarsten ging ik zelf loslaten, tot ik dan weer teveel at naar mijn zin en op de rem ging staan.
Op een dag belde ik mijn sponsor op met de mededeling dat ik weer was gaan vreten terwijl ik losliet, en het toch zo niet langer kon. Ik moest maar weer op een voedselplan. Ze zei toen dat als ik dat nog dacht te kunnen, ik dat maar moest doen maar dat zij me er niet bij kon helpen. Nadat ik had opgehangen drong het opeens tot me door dat ik de strijd totaal verloren had en dat er helemaal niets te kiezen viel voor mij. Ik was werkelijk machteloos en er was maar één oplossing over: alle trek en eten laten regelen door een Hogere Macht, ongeacht wat er ging gebeuren. Al zou ik honderd kilo worden en mezelf doodvreten, ik kon er niets meer tegen doen.
Er gebeurde iets heel wonderlijks. Vanaf dat moment had ik een bodem in mijn maag. Op weg naar de bijeenkomst kocht ik een paar dingen te eten waar ik trek in had maar waar ik altijd vreselijk bang voor was geweest. Ik at ze op, rustig genietend en eenmaal vol verdween de trek en de obsessie. Ik was vrij. Eindelijk vrij! Dat is nu elf jaar geleden en ik heb nooit meer een vreetbui gehad.
Er zijn tijden geweest dat de obsessie terugkwam maar dat had altijd te maken met controle van mijn kant, bijvoorbeeld als ik een periode gezonder at en dat dan weer vast wilde houden. Ik moest eindeloos leren om te blijven vertrouwen dat een Hogere Macht het beter wist dan ikzelf. Vooral in tijden van gewichtsverlies is het belangrijk om alles open te houden. Ik was verslaafd aan mezelf goed voelen door middel van afvallen en gezond eten. Dat is een luxe die normale mensen zich misschien kunnen permitteren, maar ik heb dat recht verspeeld.
Het programma zegt dat we kunnen herstellen maar niet genezen. Niemand kan nog zien dat ik een eetverslaafde ben want ik eet normaal en ik reageer op voedsel zoals normale mensen. Wat ik echter nooit meer kan is me ermee bemoeien. Dat is het enige verschil, maar wel een verschil tussen leven en dood voor mij.
Na een tijd in de OA werd het duidelijk dat eten nooit het werkelijke probleem was geweest. Ik was het zelf, mijn onmacht om te leven kwam meer en meer naar voren. Ik bleek ook relatieverslaafd te zijn en daarvoor moest ik naar een ander programma. Toen dat eenmaal uit de weg geruimd was kwamen de depressies van twintig jaar geleden in alle hevigheid terug. Al die jaren waren ze overschaduwd geweest door mijn verslavingen. Zelf heb ik het gevoel dat ze de kern zijn en dat hiervoor dezelfde oplossing geldt als met eten. Ik ben er machteloos over en het heeft altijd te maken met mijn kijk op het leven en dit te willen controleren.
De tweede en derde stap hebben de laatste jaren pas écht hun betekenis gekregen. Ik ben niet iemand die een beetje kan loslaten in mijn leven en gelukkig zijn. Een beetje loslaten met eten werkte ook niet. Hier geldt dezelfde totaliteit. Er is maar één oplossing, mijn totale wil en leven in de handen van een Hogere Macht leggen. Dat betekent het einde van een egoleven waarin ik het allemaal zelf bepaal.
Als er iets duidelijk is geworden, is het wel dat ik zelf totaal niet weet wat goed voor me is, of wat me gelukkig kan maken. Het is een lange weg geweest en het is nog steeds hard werken. Maar ik dank God nog vaak dat ik de OA gevonden heb en op dit pad ben terechtgekomen. Want ik weet zeker dat ik het anders niet had gered. Ik had of in een inrichting gezeten of zelfmoord gepleegd. Dat er zoiets als dit programma bestaat, vind ik nog altijd een wonder! Het zal dan ook altijd het belangrijkste in mijn leven zijn.